dinsdag 30 maart 2010

Er is er eentje jarig. Hiep Hiep Hoera!

In den beginne was Joke jarig... en wij waren dit natuurlijk totaal vergeten.


Zoals het goede vriendinnen betaamt hebben we alles goed gemaakt door (weliswaar 5 weken later) een suprise ontbijtfestijn te geven.

Vroeg opstaan was de boodschap. Na de inkopen bij de chinees en slagerij stolk heeft Julie ons appartementje versierd met ballonnen. Door het raam had Joke alle activiteiten kunnen volgen dus het suprise-gedeelte was snel verdwenen maar het bleef een geslaagde verjaardag!






Na het onbijt zijn we gezellig gaan winkelen in de binnenstad en heerlijk gaan eten bij Spinata, 'Gezond en Lekker'.Na een fikse wandeling, in de felle zon, kwamen we aan bij de zoo van Paramaribo.


Laura in camouflage


Hardwerkende mieren a.k.a Julie, Evelyn, Joke en Laura

De jarige op een boompje


Insmeren! Als Bakkarra (Blanke) blijf je hier verbanden.


Een luie Kwata-aap met een voorliefde voor bomen


Een mama kwata met haar kleintje.
Let op de hele lange benen van het kleintje. Als deze apen rondlopen, enkel op de achterpoten, lijken het net mensen.


De vliegende hollander in de kinderspeeltuin konden we echt niet laten staan! Volle moed erop gekropen, wiegen wiegen en wiegen en dan ... stoppen. Al wisten we allemaal niet meer hoe we zo'n gevaarte stil kregen.



Echte Flipkes, nu een paar Jommekes.




Laura en Julie vonden deze Capibara met haar jongen ongelofelijk schattig en gezellig, vooral omdat ze zo smakelijk aan het eten waren, maar Evelyn vond het maar rare mormels. De Capibara's, ook wel waterzwijnen genoemd, zijn de grootste knaagdieren ter wereld en kan tot 80 kg wegen. 'Capibara' komt van het Guarani en betekend heer van het gras.


Deze otter maakte een hels lawaai en had daardoor ook geen echte fans. Het viel hier wel heel hard op dat de zoo nog niet de capaciteiten heeft om de dieren in de best mogelijke omstandigheden op te vangen. Zo is de otter een groepsdier, heeft nood aan proper water en heeft een hekel aan mensen die te dicht bij komen.



Ook dit varkentje werd niet door iedereen geapprecieerd(zoals Evelyn die het blijkbaar niet zo op varkentjes heeft) geapprecieerd. Ze heeft het blijkbaar niet zo op varkentjes :)



De alligator die gelukkig heel stil bleef zitten en ons niet door het dunne kippengaasje kwam aanvallen! Ondertussen hebben we ook een wilde gezien in de Van Sommeldijcksekreek, in de stad!






Een miereneter!


De jaguar is de grootste en sterkste katachtige in Amerika. De kooi doet dit echter niet vermoeden en zelf konden we er heel dicht bij gaan staan.


Een duo luie tijgers

De kanonsballenboom waar je beter niet onder gaat staan.
De trip naar de zoo was geslaagd!

Onze hoofdtaak hier is en blijft natuurlijk werken. Zo een dagje genieten kan dan wel deugd doen maar werken blijft ons hoofddoel. En we werken zo hard dat de bekendheid snel gevolgd is. Zo hebben ze een kledingszaak EVELYN genoemd, een winkel JULIE'S SHOP, een eetgelegenheid JOKE'S CRAB HOUSE en er was al gauw sprake van de LAURASTRAAT.

Mary's Hope

Het opmeetteam in Coronie


Suriname heeft 2 Wereld Erfgoed Sites, het natuurreservaat in het binnenland en de historische binnenstad van Paramaribo, maar telt slechts 225 Monumenten.

Om even te vergelijken, het nabij gelegen eiland Curaçao (369x kleiner dan Suriname) heeft ongeveer 850 monumenten en België (5,4x kleiner, de bevolking is wel een stuk meer) heeft er bijna 10.000. De bescherming van monumenten buiten de binnenstad zijn pas op gang gekomen. Zo zijn ondertussen de Jodensavanna en de plantage Frederiksdorp beschermd.

In Coronie is momenteel niks beschermd maar door de vraag van enkele bewoners en de aanzet en hulp van onder andere de Commissie Monumentenzorg Suriname zijn de waardvolle gebouwen in Mary's Hope opgemeten (met de hulp van mezelf), geïnventariseerd en de historie onderzocht en beschreven.

Zo weten we nu dat de plantage werd aangelegd door de Ier Edward Conolly (1774-1820). Ieren waren katholiek gezinden en om dit te eren werd de site 'Mary's Hope' gedoopt.
Het was een grote plantage met 1 vrije arbeider en 154 slaven. Toch bleef het niet goed gaan met de industrie en in 1872 verkeerde Mary's Hope in een sterk verwaarloosde staat. 'Mister Oldfield', die toentertijd de plantage beheerde, begon met de aanplanting van cocospalmen en cacao, en had een veestapel van 100 stuks.

Cocoscultuur in 1920, foto KITLV


Suriname heeft zoveel culturen, zoveel verhalen, zoveel geschiedenis en gewoonweg zoveel moois. In de kranten (vaak Nederlandse) wordt vaak gesproken over de slechte staat van de monumenten en het slechte beheer van de wereld erfgoedsites. Niet alles geloven wat je leest! Er is inderdaad veel verbetering mogelijk maar ook door Surinamers wordt zeer veel gedaan voor het erfgoed. Momenteel zijn er enkele hard werkende mensen, met veel kennis en ervaring, en dit aantal zal in de toekomst gestaag blijven groeien aangezien de interesse bij studenten, kijk maar naar Veronique Rellum, blijft stijgen.

Bij behoud van erfgoed speelt de lokale bevolking een zeer belangrijke rol. Op Mary's Hope, een site die niet beschermd is, waar het bewoners aantal zeer laag is en de financiële middelen niet voorhanden zijn, staat een pracht van een kerk. Alles dankzij de bewoners, die hun erfgoed eren en beminnen en de bekwame medewerkers in de monumentensector van Suriname.

Hopen dat iedereen de smaak te pakken krijgt!

Laura

zondag 14 maart 2010

Waldo's World-Wide Travel Service

Hier in Suriname worden 101 talen gesproken met nog eens dubbel zoveel dialecten, heb je mensen in echt alle kleuren en vormen, het lokale eten is afkomstig van alle uithoeken van de wereld en de moskee ligt hier langs de synagoge. Ik snap nu pas de moraal achter het verhaal van Babel. Wanneer iedereen anders is, zijn ze meer gelijke dan anders. Genoeg filosofisch gebrabbel laten we terug gaan op het lekkere eten. Normaal koken we zelf. Ik heb het geluk samen te wonen met 4 goede koks! Jammer genoeg leven in Suriname ook heel erg veel insecten en dan vooral de ambetante mieren die overal in kruipen. Als oplossing stoppen we alles (echt alles) in de frigo maar soms zit die vol en moeten we wel alternatieve zoeken. Zo wordt het brood af en toe opgehangen in de gordijnen met een paraplu.

Zondag: tijd voor de was en de plas, een dutje te doen en om lekker te gaan eten. Rond 7u vertrekken we richting Nassylaan waar na 50m enge bomen staan, geen verlichting of verharde weg meer is en we het vermoedelijk geen restaurent zouden vinden. Na 10 minuten wandelen komen we dan toch aan bij Japans restaurantje dat er super gezellig uitzag. Het eten was heel lekker en lekker goedkoop. Toen we gingen afrekenen vroeg men ons wat we hier deden en daarom kregen we een rondleiding van de eigenaar want we zaten in een oude drukkerij.
Onze buurmannen van topslagerij Stolk hebben de twee dikste honden van heel Suriname en daarbovenop zijn ze nog niet eens vriendelijk, de honden wel te verstaan! Na een maand blijven ze grommen en blaffen iedere keer wij buiten komen. Wat vaak gebeurt omdat we heen en weer lopen tussen de 2 appartementen. Bij iedere sirene gaan ze ook heel hard huilen maar nu, nu ik dacht: 'ik ga een foto nemen om te laten zien hoe mijn dierlijke buren eruit zien' kwamen ze niet recht.
De buren kunnen dan wel luieren wij moeten hard werken of handjes gaan schudden. Op ons best gekleed gingen we op bezoek bij de District Commissarissen, 2 dus, wij dachten dat er maar eentje ging zijn en hadden dus maar één cadeautje voorzien, dus moeten we nog een keertje langsgaan om een pakje te brengen! Zelf kregen we ook een boekje 'Surivlaamse verhalen'.
Voor de Commissie Monumentenzorg stellen we fiches op om gebouwen aan te bevelen bij het ministerie om zo te komen tot bescherming. We gaan ook enkele plantagesites doen want Suriname was een compleet plantageland. In totaal zijn er 700 plantages geweest waarvan er gelijktijdig 400 actief waren en waarvan er nu slechts 7 over zijn. 7 (!!!!!) waarvan geen enkele compleet is. We hebben dus heel wat werk voor de boeg.

Hieronder de Plantage Peperpot met 1 van de 2 (!) overgebleven kofflieloodsen.
Industrieel erfgoed wordt in Suriname niet beschermd en het meeste laten ze verkommeren of breken ze totaal af. De bescherming en redding ervan is niet in zicht. Historische industrie in Paramaribo zal verloren gaan. Hieronder de vergane glorie van het industriele tijdperk, de machines van de rijstplantage Mariënbug. Naar schatting blijft er binnen 5 jaar niks meer over. De loods is de enige polonceau constructie van Suriname maar hier blijft nu al niets meer van over. Mary's Hope. Kippen op de begraafplaats in het midden van een oerwoud. Zalig!
Een kleine man met een groot mes en een heerlijke kokosnoot. Laura in de gevangenis van Frederiksdorp. Met het Parbobier wat er opgeslagen wordt zal ze het wel een weekje overleven. De hangmat hangt dan niet in de jungle, het blijft echt genieten. Kousen en lange broek zijn in Suriname noodzakelijk om muggenbeten te vermijden. Alhoewel, soms helpt dat zelfs niet. Laura heeft door haar kleren heen op rug, buik en billen wel 30 muggenbeten waar ze nu lichtjes gek van aan het worden is. Na het veldwerk moet natuurlijk alles opgeschreven worden en gaan we met z'n alle werken op de Commissie Monumentenzorg. Een klein maar erg gezellig lokaaltje voor ons alleen want de secretaresse die er iedere dag zou moeten zitten zijn we nog steeds niet tegen gekomen.
Suriname heeft niet enkel plantages maar ook heel wat monumenten in de stad, waaronder de Synagoge. De ouders van Joke (rood hoedje en vissershoedje in de hand) zijn aangekomen en ook zij waren onder de indruk. Lily (paars kleedje) heeft alweer een schitterende rondleiding gegeven.De hervormde kerk in het centrum, was tijdens de koloniale periode de staatskerk dus hier kwamen al de hoge pieten! Vele hiervan hadden plantages met slaven waaronder ook de Dominee, schandalig toch!


Op Mary's Hope in coronie, het Surinaamse district van melk en honing, staat een kerkje volldige opgebouwd in hout. De Rooms Katholieke kerk, met zijn negentiende eeuwse statie (Wellicht de oudste van Suriname) verkeert in goede conditie. Buiten Paramaribo is niets opgenomen op de monumentenlijst en houtbouw vergaat ontzettend snel, veel zal dus op korte termijn verdwijnen. Samen met Philip Dikland is Laura de kerk gaan opmeten. Tijdens dat zij hun werk deden ben ik gaan biechten, de kerk gaan verkennen, de begraafplaats gaan opzoeken en rond een uur of twee gaan liggen want normale mensen snappen dat werken bij te hoge temperaturen not done is.

De vergadering met verschillende partners zoals SGES, STS, ...
We zijn met z'n allen een keertje naar Havana Lounge gegaan met het doel om te gaan dansen. De eerste twee uur was er salsa muziek. Geen haar op onze hoofden die er aan dacht om te gaan dansen! Amai die kunnen shaken met hun gat!
We waren uitgenodigd op een BBQ bij allemaal Belgen en een paar Surinamers! Het was een super leuke avond. Lekker eten, genoeg drank, muziek en een heleboel zotte mensen. Wat wil je nog meer?
Na een maand rusten en kijken hoe de meisjes werkten ben ook ik in gang geschoten en heb mijn eigen reisbureau gestart. Wat al onmiddelijk succes had want wie wil nu niet met mij op tour!


Met vriendelijke groeten,


Mister BusinessMan, Waldo